maandag 2 juni 2014

Van Halens afkeer van bruine M&M's


Van Halens afkeer van bruine M&M’s
 
Van_Halenbackstage.jpg  
Enige tijd geleden was er tijdens een radioprogramma een item over de meest bizarre eisen die artiesten stellen aan promotors. Natuurlijk kwam de beruchte rider (bijvoegsel van een contract) van Van Halen aan bod. In de jaren tachtig bestond de band het om een schaal M&M’s te eisen waaruit alle bruine exemplaren verwijderd waren. Een geniale manier om publiciteit te genereren. Tot de dag van vandaag behoort deze clausule tot de Rock folklore en ontbreekt het op geen enkel lijstje over dit onderwerp.

De aanwezigheid van bruine M&M’s backstage kon het afzeggen van een optreden tot gevolg hebben of gold als excuus om de kleedkamer te verbouwen. Op de vraag waarom deze eis in het contract was opgenomen, antwoordde drummer Alex van Halen destijds “Waarom niet?”. Kortom, het vertoonde alle tekenen van buitenissig gedrag. Ook op de radio kon men er niets mee. “Wat had dit nu voor zin?”. Zij hadden beter moeten weten.

Van Halen voorman David Lee Roth was een geniale mediabespeler. Zich terdege bewust van het feit dat goede muziek alleen niet genoeg was om de massa te bereiken, voorzag hij de hongerige media bij elk nieuw album van hapklare quotes. Daarnaast bedacht hij stunts en genereerde op alle mogelijke manieren media aandacht. Beter slechte publiciteit dan geen publiciteit leek daarbij de gedachte. De band verkocht weliswaar miljoenen albums en concerten waren steevast uitverkocht, toch scoorde de band nauwelijks hits en was om die reden zelden op de radio of televisie te bewonderen(we spreken voor de opkomst van MTV en voor ‘Jump’). In het geval van Van Halen ging het er niet om een gebrek aan talent te verbloemen. Eddie van Halen werd door het gezaghebbende blad ‘Guitar Player’ keer op keer tot beste Rockgitarist verkozen. Zijn drummende broer werkte zichzelf op tot een topkracht in het genre en David Lee Roth geldt als een van de grootste entertainers aller tijden. De band als geheel werd beschouwd als de beste Hard Rock band sinds Led Zeppelin.

In 1978 huurde de band voor een openluchtoptreden vier professionele parachutisten in die, gehuld in de podiumkledij van de band, uit een vliegtuig sprongen en backstage landden. Hiermee de indruk wekkend dat het de bandleden zelf waren die de sprong hadden gemaakt.

Ze haalden het Guinness Book of Records als hoogst betaalde band voor een enkel optreden op het US Festival. En zo was er nog veel meer. Van Halen zal echter tot in de eeuwigheid geassocieerd worden met het verbod op bruine M&M’s in de kleedkamer.

 

Met een klein beetje research valt gemakkelijk te achterhalen wat het idee was achter deze, op het eerste gezicht, onzinnige eis. David Lee Roth deed dat in zijn autobiografie ‘Crazy From The Heat’ uit 1997 al uit de doeken. Buiten het feit dat het publiciteit opleverde gold de clausule als test voor de promotors. Als er geen gehoor werd gegeven aan de eis geen bruine M&M’s te serveren, hoe werd er dan omgegaan met de technische specificaties? De enorme productie die Van Halen meetorste, vereiste een militaire precisie. Fouten konden leiden tot (levens)bedreigende situaties voor publiek, band en crew. Bruine M&M’s betekenden ongeluk.

 

Op 30 maart 1980 trad Van Halen op in Pueblo, Colorado. Naar eigen zeggen trof Roth bruine M&M’s aan in de kleedkamer en begon de boel te verbouwen. De grootste schade werd echter aangericht aan de vloer van de gymzaal van het universiteitsgebouw die bezweek onder het gewicht van het podium. In de pers verschenen berichten waarin gemeld werd dat de band voor 85.000 dollar aan schade had aangericht vanwege de aanwezigheid van bruine M&M’s in de kleedkamer. Dave tenslotte: “Who am I to get in the way of a good rumour?”.

zondag 25 mei 2014

The Rolling Stones Cocksucker Blues




 
THE ROLLING STONES COCKSUCKER BLUES

Robert Franks documentaire over de Stonestoernee door Amerika in 1972 wordt ook wel ‘The greatest movie you never saw’ genoemd. Officieel is de film namelijk nooit uitgebracht. Na de voor- vertoning deed Mick Jagger de film in de ban.

Ik zag de film voor het eerst ergens midden jaren ’90. In Londen liep ik over een markt en stuitte daar op een kraam met muziekvideo’s. Hoewel het duidelijk om gekopieerde banden van ongetwijfeld dubieuze kwaliteit ging, nam ik het aanbod toch even door. Toen had ik ineens ‘Cocksucker Blues’ in mijn handen. Daar had ik weleens van gehoord, maar nooit ook maar een fragment van gezien. In elk geval besefte ik dat ik zo een kans niet snel weer zou krijgen. Ik twijfelde geen moment en besloot de band te kopen. De prijs viel me nog mee. Het was iets meer dan ik gewend was voor een videocassette te betalen. Dat was het me echter wel waard. Op mijn logeeradres aangekomen, bekeek ik de band samen met een vriend. Het was inmiddels nacht geworden toen de eerste beelden ons tegemoet flikkerden. De beeldkwaliteit was nog net aanvaardbaar. We trokken een paar biertjes open en gingen er eens goed voor zitten.

De Stones hadden Robert Frank in 1972 ingehuurd om een documentaire over hun toernee door Amerika te maken. Drie jaar daarvoor had de band voor het laatst in de Verenigde Staten gespeeld. Deze tour was vastgelegd in de film ‘Gimme Shelter’ van de gebroeders Maysles. Het centrale thema van die film betrof het rampzalige gratis concert in Altamont, waarbij een toeschouwer werd doodgestoken door een Hell’s Angel.

Anders dan bij ‘Gimme Shelter’ is er bij ‘Cocksucker Blues’ geen sprake van een dramatische opbouw. Frank maakte vooral snapshots. Hij concentreerde zich daarbij niet op de muziek, maar op de invulling van de overige 22 uren van een dag. De rauwe realiteit komt hard aan. Er is vooral verveling: hangen in hotelkamers afgesloten van de buitenwereld. Dat zijn niet bepaald de ingrediënten voor een opwindende documentaire. Robert Frank heeft zelf toegegeven dat hij daarom enkele leden van de cast heeft geïnspireerd tot het neerzetten van de meer spraakmakende scènes. Zo zien we wat crewleden die in het vliegtuig een aantal groupies van hun kleding ontdoen begeleid door de percussie van de bandleden. In een andere scène kieperen Keith Richards en saxofonist Bobby Keys een televisie over het balkon van een hotelkamer.

Er wordt wel beweerd dat Frank de keerzijde van de enorme roem van de band heeft willen laten zien. Hadden de Stones dat echter zelf al niet gedaan op ‘Exile on Main Street’? Uit de teksten van de nummers blijkt toch overduidelijk dat we ons geen illusies hoeven te maken over het sterrenbestaan.”I only get my rocks off while I’m sleeping” spreekt wat dat betreft boekdelen. Frank had afgedwongen dat hij alles mocht filmen. Een dergelijk intiem portret ging de band uiteindelijk echter te ver. Gezien de problemen die de band destijds omringden, is dat niet zo vreemd. Het uitbrengen van de film zou waarschijnlijk tot eindeloze rechtszaken hebben geleid. Er valt zelfs wel wat voor te zeggen dat het voortbestaan van de band erdoor in gevaar gebracht had kunnen worden, hoewel het vooral leden van de entourage zijn die te zien zijn tijdens uitspattingen, niet de band. Robert Frank richt zijn aandacht vooral op het gedegenereerde gezelschap er omheen.

Tekenend is een scène in de kleedkamer voor een optreden als Mick en Keith zich opmaken om wat coke te gaan snuiven. Keith is in de weer met een biljet (“a dollar bill is the best”). Als hij de camera opmerkt loopt hij gewoon weg. Toch konden ze niet voorkomen dat te zien is hoe Keith een shot krijgt toegediend van een meisje of hoe Mick coke snuift van een mes. Of hoe Keith volledig out gaat op de schoot van een meisje. Richards, die toch niet bekend staat als een grote vrouwenversierder, verkeert in deze documentaire opvallend vaak in het gezelschap van meisjes.

Opvallend is ook de enorme hoeveelheid gewauwel die voorbij komt. Wat dat betreft leken de jaren zestig nog niet voorbij, alleen was de wiet vervangen door coke en heroïne en ontbreekt het idealisme dat kenmerkend was voor die tijd. We horen journalist Terry Southern beweren dat het onmogelijk is om verslaafd aan cocaïne te raken omdat het zo duur is. Een fan vertelt hoe haar kind haar is afgenomen omdat ze aan de acid was. “She was born on acid!” roept ze uit. Een dealer rept over een internationale groep van ‘heroin enthousiasts’, oftewel ‘brothers’ die het beeld van de heroïneverslaafde een beter aanzien moet geven. Richards’ poging om een schaal met fruit te bestellen bij de roomservice (ondanks al dat drank- en drugsgeweld dacht Keith toch aan de vitaminen) is hilarisch.

Al met al bekruipt je toch het gevoel dat je deelgenoot wordt gemaakt van zaken waarvan je geen getuige hoort te zijn. Het vreugdeloze gebruik van hard drugs en de verveling maken de film tot een lange zit. De reden waarom de protagonisten dit allemaal doorstaan vergoedt het een en ander: de muziek! Hoewel die maar mondjesmaat aan bod komt, doet het smaken naar meer. Met name het Bluesy en dynamische ‘Midnight Rambler’ en de toegift met Stevie Wonder (Uptight/Satisfaction) behoren tot het beste van wat er van de Stones op film is vastgelegd. Voor het overige lijkt Robert Frank zich voornamelijk te concentreren op de alledaagse futiliteiten. Het leven in een cocon. Hotelkamers waarvan de gordijnen nooit open gaan, vliegtuigen, kleedkamers, een geblindeerde bus. Het claustrofobisch gevoel dat overheerst in de overwegend in zwart- wit gefilmde beelden wordt nog eens versterkt door een blauwachtige gloed die er overheen ligt. Een van de weinige momenten waarop dit patroon doorbroken wordt, is als de band besluit per auto naar het volgende optreden te reizen. Even weg van het circus en tussen de ‘locals’.

‘Cocksucker Blues’ een meesterwerk noemen zou te ver gaan. Daarvoor kent de film te veel zwakke momenten. Sommige scènes zijn ronduit amateuristisch. Wel komt Frank op plekken met zijn camera waar niemand ooit geweest was en daarna ook nooit meer iemand zou komen en is de film als tijdsdocument interessant. Aan de andere kant zijn er scènes die onbetaalbaar zijn. De momenten voor de band het podium opgaat bijvoorbeeld en uiteraard alle muziekfragmenten. En om dat laatste gaat het uiteindelijk toch.

Overigens hebben de beelden uit ‘Cocksucker Blues’ wel gediend als bronmateriaal voor andere documentaires. De film als geheel is echter vooral interessant voor die hard fans van The Rolling Stones en liefhebbers van het werk van Robert Frank.

 

Remy Vogel

zondag 9 maart 2014


  
1974: HET ZWEMBAD INCIDENT
 

Het is een beroemd en berucht verhaal. Hoe zat het ook alweer?  De boulevardkrant Bild Zeitung had een fotograaf en enkele dames ingehuurd om aanwezig te zijn bij een nachtelijke zwempartij van de Nederlandse voetballers in de kelder van het Waldhotel in Hiltrup. De dames trokken hun kleding uit, sprongen in het water, de fotograaf drukte af en de volgende dag stond er een foto van Johan Cruijff met naast hem een naakte vrouw aan de rand van het zwembad op de voorpagina van de sensatiekrant.

Zo zat het dus niet. Het is opvallend hoe veel mensen reppen over een foto zonder die ooit gezien te hebben. Er is eenvoudigweg geen foto.

Auke Kok heeft in voor zijn boek ‘Wij waren de Besten’ uitgebreid onderzoek gedaan naar dit voorval. Na de overwinning van Nederland op de D.D.R. , waarmee het elftal zich plaatste bij de laatste vier, hadden de spelers recht op een feestje. Op 30 juni organiseerde het Algemeen Dagblad een feestavond in de bar van het hotel. De populaire Volendamse popgroep The Cats kwam over, de champagne vloeide, kortom het was een topavond en iedereen amuseerde zich kostelijk. Behalve de Nederlandse spion Cor van der Hart dan, maar dat is een ander verhaal. Wat de Nederlanders niet wisten, was dat er die dag een journalist in het hotel was getrokken. Journalisten waren beslist niet welkom in het hotel, althans het was niet de bedoeling dat ze er een kamer betrokken. Guido Frick, want over hem hebben we het, had zich daarom uitgegeven als vertegenwoordiger in Duitse pasta. In werkelijkheid was hij als journalist in dienst van de Stuttgarter Nachrichten.

Na het feest was er wat men tegenwoordig een afterparty zou noemen in de kamer van de zoon van de hoteleigenaar Hans Joachim Krautkrämer. Aanwezig waren Piet Schrijvers, Pleun Strik, Rob Rensenbrink, Johan Cruijff, Krautkrämer zelf, zijn vriendin en twee vriendinnen van haar. Guido Frick beklaagde zich over het lawaai, maar werd door Krautkrämer verwelkomd aangezien het toch niet rustiger zou worden. Hij voegde zich bij het gezelschap en hoewel Johan Cruijff argwaan kreeg, wist Frick iedereen ervan te overtuigen dat hij geen journalist was. Het was al diep in de nacht toen er werd besloten het feestje voort te zetten in het zwembad onder het hotel. Om de feestvreugde te vergroten gingen de flessen Sekt mee. Bij het zwembad aangekomen sprong iedereen, bij gebrek aan zwemkleding, naakt in het water. 

Frick was zich de volgende ochtend bewust van het feit dat hij hiermee een uniek verhaal in handen had. Na enige twijfel, hij had onder valse voorwendselen toegang tot het hotel verkregen tenslotte, besloot hij het verhaal aan Bild te verkopen. Bild plaatste het verhaal, overigens zonder de naam van Frick te vermelden. Het verhaal stond niet op de voorpagina, maar op de sportpagina en er was geen foto te bekennen. Er was immers geen fotograaf aanwezig geweest. Wel had Hans Joachim Krautkrämer eerder op de avond een foto genomen van Johan Cruijff die op dat moment toevallig in gesprek was met een vrouw van een official. Cruijff was zich terdege bewust van zijn status en tot wat voor problemen publicatie hiervan voor gevolgen kon hebben. Hij eiste het rolletje op. Er ontstond een ruzie tussen de twee. Uiteindelijk werd de zaak in der minne geschikt door de toezegging van Krautkrämer de foto niet te zullen publiceren.

Van een vooropgezet plan van Bild om de spelers een loer te draaien kan geen sprake zijn. Guido Frick was immers niet werkzaam voor Bild en de zwempartij was ook niet gepland. Zoals zo vaak het geval is, was het een toevallige samenloop van omstandigheden. Of dit incident werkelijk van invloed is geweest op de prestatie van Cruijff in de finale is ook een onderwerp waarover allerlei speculaties de ronde doen.

Remy Vogel